Vertrouwenspersoon Ongewenst Gedrag
Ik ben voorstander van het combineren van de rol van vertrouwenspersoon ongewenst gedrag met die van de rol van de vertrouwenspersoon integriteit. Ik vind het ook belangrijk dat de vertrouwenspersoon benaderd mag worden voor conflicten met een andere aanleiding dan ongewenst gedrag.
Zie mijn visie op het vertrouwenspersoonschap.
Preventie van ongewenste omgangsvormen en de wet
In elke organisatie krijgen medewerkers te maken met ongewenste onderlinge omgangsvormen, zowel van collega's als van leidinggevenden. Werkgevers hebben op basis van artikel 7:6.11 Burgerlijk Wetboek en artikel 3.2 Arbowet de wettelijke plicht een veilige werkomgeving te bieden aan werknemers. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is voor een werkgever een mogelijkheid om invulling te geven aan deze verplichting. In de Arbowet wordt gesproken over het voorkomen en beperken van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Bij PSA worden de volgende ongewenste gedragingen expliciet benoemd: seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie.
In de basisinspectie module ongewenste omgangsvormen schrijft de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat het benoemen van één of meer onafhankelijke vertrouwenspersonen niet voldoende is. Organisaties zullen ook: vragen over ongewenste omgangsvormen op moeten nemen in hun RI&E en relevante maatregelen moeten vaststellen en implementeren en periodiek hun beleid op dit gebied moeten evalueren. Bij de relevante maatregelen worden specifiek genoemd: gedragsregels vaststellen, één of meer onafhankelijke vertrouwenspersonen aanstellen (bekwaam, onafhankelijk, toegerust, benaderbaar, vertrouwen bij het personeel), vaststellen van een klachtenregeling en instellen van een onafhankelijke klachtencommissie, opvang ondersteuning en nazorg bieden aan slachtoffers, vaststellen van sancties bij ongewenste omgangsvormen, het aanpakken van daders en het geven van voorlichting en instructie op al deze onderwerpen.
De wetgeving vormt het kader, maar uiteindelijk gaat het er om een werksfeer te creëren waarin ongewenste omgangsvormen als echt ongewenst worden ervaren en bespreekbaar worden gemaakt voordat de er uit voortkomende conflicten escaleren. Daarom zijn aandacht voor het draagvlak van het beleid, de rol van leidinggevenden en cultuurbeïnvloeding zo belangrijk.
Vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen (VPO)
De VPO heeft binnen dit beleid een centrale positie. De VPO is ter beschikking voor medewerkers die last hebben van ongewenst gedrag en daarover in vertrouwen willen spreken. De VPO luistert respectvol naar het verhaal, denkt mee over manieren om de ongewenste situatie te beëindigen en kan bij een aantal oplossingen ook ondersteuning bieden.
De VPO is in eerste instantie ter beschikking voor medewerkers die een klacht ervaren. Later in het traject kan het voorkomen dat ook degene over wie geklaagd wordt behoefte krijg aan een sparringpartner. Een tweede VPO kan 'aangeklaagde' ondersteunen. Tenslotte heeft de VPO een adviesrol naar de organisatie.
Zie voor de taken van de vertrouwenspersoon op het accent ongewenst gedrag
Ook een vertrowensvrouw of meerdere VPO's
Als vrouwelijke medewerkers klachten over bijvoorbeeld seksuele intimidatie liever met een vrouw willen bespreken is ook een vertrouwensvrouw ter beschikking. Ik kan meerdere VPO's aan uw voorstellen. De VPO's werken op basis van een uurtarief.
Onze vertrouwenspersonen houden zich aan de privacywetgeving (AVG)
Zie verder: AVG en privacy